GESCHIEDENIS VAN HET FORT

INLEIDING

Na omstreeks 1870 was de vuurkracht van mortieren aanzien toegenomen en ook het bereik werd aanzienlijk groter. Om onder deze reden was het niet wenselijk om de bescherming deze van de Maarsseveensevaart en -dijk nog langer over te laten aan Fort de Gagel en Fort de Klop. De oplossing was om een nieuw fort te bouwen langs de Maarsseveensevaart gelegen tussen de Molenpolder en Bethunepolder.
Het fort Maarsseveen had dus tot taak om de toegang (acces) via de Maarsseveensedijk en -vaart te verdedigen. Daarbij kwamen later ook werkzaamheden bij met betrekking tot de damsluis in de Maarsseveensevaart te Maarssen-dorp (destijds Nieuw Maarsseveen) en de damsluis in het uitwateringskanaal van de Bethunepolder. Ook het beschermen van de Vechtsluizen tussen het Merwedekanaal en de Vecht en andere betonnen waterstaatkundige constructies in de omgeving behoorde tot de taak van het fort. Het fort is genoemd naar de gemeente waar het in 1880/1881 gebouwd is.

DE NIEUWE HOLLANDSE WATERLINIE

Het is niet de bedoeling dat wij op deze deze pagina's uitgebreid op ingaan op de NHW, daar zijn immers al voldoende boeken en websites over vol geschreven. Wij beperken ons tot de rol van het Fort Maarsseveen en de militaire en waterstaatkundige NHW relikten die we in de regio aantreffen.

Het Fort Maarsseveen maakt deel uit van de Nieuwe Hollandse Waterlinie (NHW); een militair verdedigings bouwwerk met een lint van forten aan de westelijke oever van een onder water te zetten gebied in geval van oorlogsdreiging. Uiteindelijk waren er rond 1885 48 forten, werken, lunetten en vestingen gebouwd over een lengte van rond de 85 km tussen Muiden en de Biesbosch. Het voorland bestond uit een gemiddeld 5 km brede onder water te zetten strook land. Het was daarbij de bedoeling om de provincie Utrecht ten westen van de Vecht, Utrecht-stad en de provincies Noord - en Zuid Holland te beschermen tegen vijandelijkheden van aanvallende mogendheden.
De NHW was een legendarisch, ambitieus en prestigieus project. Maar vooral ook door critici betwist, verguisd en bovendien geldverslindend.

DE BOUW

De oudste plannen voor een fort ter bescherming van het acces van de Maarsseveensevaart en -dijk dateren al uit 1811. In dit plan was een fort gesitueerd in de omgeving van de schutsluis in de Maarsseveensevaart nabij de aansluiting met de Vecht. Aanvankelijk was hier, net als bij Fort de Klop uit 1820 voorzien in een zogeheten torenfort. Maar pas in 1879 wordt er voor eerst in de begroting van de vestingwet over het jaar 1879 gesproken over de aanleg van het fort. Het zou, door gewijzigde inzichten geen torenfort meer worden. Het dagblad "Nieuws van den dag" van 4 april 1879 is vrij kritisch over het project en vraagt zich af of het besparen van kosten met betrekking tot het legeren van extra troepen elders opweegt tegen de bouw van het fort. De krant geeft de bouw van het fort uiteindelijk het voordeel van de twijfel maar geeft ook aan dat niet iedereen het ermee eens zal zijn.
Een eerste aanbesteding wordt onder goedkeuring van het Ministerie van Oorlog door de Geniecommandant van de tweede stelling te Naarden op 17 mei 1880 in de Staatscourant aangekondigd. Op 29 mei 1880 zou dan bekend gemaakt worden welke inschrijver het fort mag bouwen. Deze eerste aanbesteding mislukt kennelijk vanwege onduidelijkheid over uit te voeren grondwerkzaamheden en te lage budgetten voor op te brengen zandlichamen. Een tweede verbeterde aanbesteding volgt op 14 juli 1880.
De bouw van het fort is onder leiding van J.E.N. Baron Schimmelpenninck van Oije, Geniecommandant der tweede stelling te Naarden, aangelegd. Inclusief grondaankopen heeft het fort f 117.298 gekost. Voor dit bedrag is het aardwerk (inclusief wallen en gracht), het bomvrije gebouw A, bergloods b en wachterswoning c aangebouwd, inclusief de bruggen e en f.

VERBETERINGEN

In 1883 werden in het noordelijk gebied van de NHW grootscheepse oefeningen gehouden. Hoewel fort Maarsseveen net buiten het oefengebied bleef (Muiden t/m fort Tienhoven) kwamen er wel ernstige tekortkomingen bij de forten in het algemeen aan het licht. De tekortkomingen werden stelselmatig bij de jaarlijkse onderhouds werkzaamheden aangepakt. Zo werd in 1885/1886 voor f 6.600 de remise "Gebouw B" aangelegd.
De inundatiewerken voor de Bethunepolder werden in 1894/96 verbeterd en voor dat doel werd ook loods d geplaatst. En in 1894/1895 werd ook de aanlegsteiger en in 1901 het schuitenhuis in de keelgracht gebouwd. Ook is in 1895 is een vuilnisbak aangebracht.
Tijdens de mobilisatie gedurende de Eerste Wereldoorlog werd in de omgeving van het fort een loopgraven stelsel aangelegd. Een stille getuigenis in de vorm van restant van groepsschuilplaats resteert nog aan de Veenkade nabij het fort.
Een nieuw stelsel van loopgraven werd in 1939/40 aangelegd. Voor dit loopgraven stelsel werden ook nieuwe groepsschuilplaatsen gemaakt. De typische betonvormige bouwsels die her en der in het landschap staan, zijn hiervan nog de getuigen. Omwille van dit loopgraven systeem is Gebouw B gesloopt en is ook omwalling grotendeels geëgaliseerd.
Om het pand wat behaaglijker te maken bij verhuur, is door de provincie 1980 het pand voorzien van centrale verwarming en een telefoonlijn. De eerste gebruiker en huurder van het fort was Scouting Willy Helms. Zij hebben ook geprobeerd om er een multiculturele instelling van te maken.

GEBRUIK VAN HET FORT

Het fort was gebouwd ter verdediging van de Maarsseveensevaart en -dijk. Bij inundatie was dit een vrije doorgang door het overstroomde omliggende land. Vrij; dat wil zeggen een droogliggende weg op een dijk naast een bevaarbare vaart én de bevaarbare ondergelopen Bethunepolder. Tevens had het fort de verantwoordelijkheid over de militaire en civiele waterwerken in de omgeving welke gesloten of juist geopend moesten worden om het land onder water te kunnen zetten, inclusief die welke aanvankelijk onder de verantwoordelijkheid behoorden van het nabij gelegen Fort de Klop. Fort de Klop kreeg toen een andere functie binnen de NHW.
Het fort is door het Nederlandse leger slechts drie keer gebruikt, te weten tijdens de mobilisaties van de Eerste en Tweede Wereldoorlog en tijdens oefeningen in 1902. Het is onbekend wat de Duitse bezetter op het fort uitgespookt heeft. Wel zijn er aan het eind van de Tweede Wereldoorlog schermutselingen geweest tussen het verzet en de bezetter.
De bezetter op 23 april 1945 een groot deel van het omringende polderlandschap geïnundeerd door de Vechtluizen tussen de Vecht en het Amsterdam Rijnkanaal op te openen en de ringdijk van de Bethunepolder aan de Tienhovense vaart iets westelijk van Breukelerveen op te blazen, waardoor de polder volliep. Dit in de hoop de geallieerden tegen te houden.

Na de Tweede Wereldoorlog was wel duidelijk dat de rol van de NHW uitgespeeld was en werd de militaire status van het fort opgeheven. Gedurende het hoogtepunt van de "Koude Oorlog" heeft de "Bescherming Burgerbevolking" nog een tijd lang het pand gebruikt. In 1968 ging het fort over van het Rijk naar de Provincie Utrecht die er in 1975 een recreatieterrein van gemaakt heeft. Maar in de zomer 1976 werd het fort door een stel studenten gekraakt om er hun leefgemeenschap in te richten. Na een kort geding in februari 1979 moesten de krakers uiterlijk 30 april dat jaar het pand verlaten hebben om plaats te maken voor Scouting Willy Hems die pand tot 2008 huurde van de provincie. De theatergroep De Rest heeft het fort daarna van 2008 tot 2011 gehuurd, waarna het overgegaan is naar Stichting C-Fordt.


BIJZONDERE DETAILS

1/5 - Het fort rond 1995
2/5 - Pentekening gemaakt in opdracht van de Historische Kring Maarssen van het fort in 1995
3/5 - Remise ingericht als huiskamer door onbekende gebruiker (laat 20e eeuw)
4/5 - Het fort in de jaren '90
5/5 - Het fort tegenwoordig (2020)